|
er valt licht bij mij naar binnen |
|
ze staat naast me met haar tas |
|
alsof er iets open gaat, iets wat er nog niet was |
|
en dan denk ik, nee dan weet ik |
|
ook al is het nog maar klein |
|
het staat in steen gehouwen, ik moet nergens anders zijn |
|
ze kijkt heel lang naar de wolken |
|
en dan kijkt ze naar mij |
|
alsof ze nu iets nieuws ziet, alsof er iets aan haar verschijnt |
|
en dan lacht ze (ja dan lacht ze), en dan straalt ze (en dan straalt ze) |
|
en niemand die is vrij |
|
ik kan maar niet begrijpen hoe ze zo zichzelf kan zijn |
|
dus open je ogen voor mij |
|
loop je geluk niet voorbij. |
|
er staat nooit iets in de sterren wat een mens niet goed verstaat |
|
alsof elke vorm van uitleg het veel te moeilijk maakt |
|
maar je voelt het, en je ziet het |
|
en je weet dat het zo is |
|
je kunt niet meer begrijpen dat je nooit iets hebt gemist |
|
dus open je ogen voor mij |
|
loop je geluk niet voorbij. |
|
open je ogen voor mij |
|
loop je geluk niet voorbij |
|
niets bijzonders, heel eenvoudig |
|
het gebeurd de hele tijd |
|
als een donderslag bij heldere hemel |
|
want vandaag gebeurd het mij |
|
oooh |
|
oooooooooooh oooooooooooh ooooooooooooh ooooooooooh |
|
open je ogen voor mij |
|
loop je geluk niet voorbij |
|
open je ogen voor mij |
|
loop je geluk niet voorbij |