|
Daar sta je dan alleen |
|
Vrienden zeggen me, je komt er wel doorheen |
|
Sinds je wegging weet ik niet meer wat ik doe |
|
Ik leef niet meer, ik ben moe |
|
Maar wat doet het er nog toe |
|
Ik slaap haast niet meer 's nachts |
|
Elke morgen naar kantoor om kwart voor acht |
|
's avonds uit de diepvries, kant en klaar |
|
De hond een brok tartaar |
|
Mijn go, was jij hier maar |
|
Want alleen is maar alleen |
|
Ik kan niet leven met die stilte om mij heen |
|
Waar ik ga of waar ik sta of waar ik ben |
|
Op straat of in de tram |
|
Ik hoor overal je stem |
|
En doof ik 's nachts het licht |
|
Dan droom ik dat je naast me ligt |
|
Okay, je bent nu vrij |
|
Maar ben je echt zoveel vrijer dan bij mij? |
|
Ook met hem wordt het leven op den duur een sleur |
|
En wijst hij je dan de deur |
|
Dan sta jij alleen |
|
Want alleen is maar alleen |
|
Soms vertel ik het de mensen om me heen |
|
Kom terug voordat mijn wereld is vergaan |
|
Ik smeek je, kijk mij aan |
|
Wat heb ik je misdaan |
|
Nee, hou je maar stil |
|
Ik voel nu wel dat jij me nooit meer wil |