|
Ik bouw de bruggen van steen |
|
maar zonder water |
|
Ik reisde overal heen |
|
veel verder dan ik kon |
|
Totdat ik opnieuw begon |
|
en m'n bergen overwon |
|
Niet moedig en niet bang |
|
zag ik hoe je bij me kwam |
|
En de grond kust zacht je voeten |
|
zij is met je elke stap |
|
en elke dag zal ze vertrouwd zijn |
|
ze zal je dragen |
|
Want de grond kust zacht je voeten |
|
zij is hier en in je dromen is ze als je wilt altijd |
|
een manier om thuis te komen |
|
Je hoeft de diepte niet in |
|
om de wereld te begrijpen |
|
Maakt 'm zo hoog als je kan en overzie het dan |
|
er valt zoveel te kijken |
|
Ik zal je geven wat ik kan |
|
wees maar moedig, wees maar bang |
|
en als de deur achter je dicht valt |
|
dan voel ik je mond nog op mijn wang |
|
En de grond kust zacht je voeten |
|
zij is met je elke stap |
|
En elke dag zal ze vertrouwd zijn |
|
ze zal je dragen |
|
Want de grond kust zacht je voeten |
|
zij is hier en in je dromen is ze als je wilt altijd |
|
een manier om thuis te komen |