|
Er is een kleine ster, die lijkt op jou |
|
Zijn ogen verder dan het blauwste blauw |
|
Hij neemt mijn hand en raakt de aarde aan |
|
En and're kinderen blijven vragend staan |
|
Hoe kan ik wie hij is verklaren |
|
Mijn zoon lijkt zo normaal |
|
Maar spreekt een andere taal |
|
Zijn leven is verdwaald |
|
In dromen vol gevaren |
|
Wie kent de angst die hem gevangen houdt |
|
Wie geeft zijn wereld iets wat hij vertrouwt |
|
Ik neem zijn hand, ook als hij schreeuwt naar mij |
|
En zo, al vechtend, komt hij dichterbij |
|
En als een boot die door de storm klieft |
|
Zo til ik hem omhoog |
|
Uit ziedend schuim omhoog |
|
Ik hou hem warm en droog |
|
God weet dat ik hem liefheb |
|
Er is een kleine ster die bij ons leeft |
|
En die ons leven zo veranderd heeft |
|
Hij danst en valt zo vaak |
|
Maar daar waar hij de aarde raakt |
|
Verschijnt een weg |
|
Zoals alleen hij die maakt |
|
Zoals hij mij aanraakt |
|
En steeds opnieuw de waarheid vraagt |
|
Ja, zo is hij |
|
Volmaakt naar Gods beeld gemaakt |