|
't Is ochtend en 't is zeven uur |
|
De wekker is gegaan |
|
Hij moet hem hebben afgezet |
|
En moet zijn opgestaan |
|
Hij moet zijn ontbijt hebben gegeten |
|
Kijkend uit het keukenraam |
|
Hij moet zijn vrouw hebben gezoend |
|
Ik zag hem naar zijn werk toe gaan |
|
Hij moet aan het stuur hebben gezeten |
|
Waarschijnlijk met de radio aan |
|
Hij moet zonder te horen |
|
In de file hebben gestaan |
|
Hij moet aan zijn bureau hebben gezeten |
|
Pratend in de telefoon |
|
Hij moet zijn werk hebben gedaan |
|
Alles gewoon zoals gewoon |
|
Hij heeft tussen de middag iets gegeten |
|
In de kantine, vol met iedereen |
|
Ze schudden zwijgend zijn handen |
|
Laten hem liever alleen |
|
Refr.: |
|
Want het is leeg, leeg, leeg |
|
't Is leeg in zijn hart |
|
Alles is leeg, alles is leeg en zwart |
|
Hij moet naar huis zijn gereden |
|
Keurig aangesloten in de rij |
|
Hij at wat zeker |
|
Misschien zelfs met een biertje erbij |
|
Hij moet naar de tv hebben gekeken |
|
Maar zien deed hij zeker niets |
|
Alleen maar steeds dezelfde beelden |
|
Een vrachtwagen en een kinderfiets |
|
Refr. |
|
Hij voelt zijn vrouw zacht snikken |
|
Naast hem in bed |
|
Hij staart het zwart in van de nacht |
|
Ziet de punt van zijn sigaret |
|
Het lukt hem niet te huilen |
|
't Is leeg en er komt niets |
|
Hij ziet alleen maar steeds opnieuw |
|
Die vrachtwagen en de kinderfiets |
|
En 't is leeg, 't is leeg, leeg |
|
't Is leeg in zijn hart |
|
Alles is leeg, alles is leeg en zwart |
|
't Is ochtend en 't is zeven uur |
|
De wekker is weer gegaan |
|
Hij moet hem hebben afgezet |
|
En moet zijn opgestaan... |