Song | Omgekeerd |
Artist | Veldhuis & Kemper |
Album | Half Zo Echt |
Geboren uit je dijen, gehangen aan je borst | |
En op al je mooie kleren, heb ik wel een keer gemorst. | |
Naar school, je bleef maar zwaaien, de juffrouw die is stom. | |
Nieuwe boeken, samen kaften, het antwoord op een som. | |
En ja, ik val op meisjes, maar ik ben daar nog niet aan toe. | |
En ik eet ook wel gezond mam, 'k ben gewoon een beetje moe. | |
Een echt pak met een stropdas, een bandplooi met een vouw. | |
Mijn god wat is ze mooi hè, kijk mam dit wordt m'n vrouw. | |
M'n moeder heel m'n leven, maar ineens zorg ik voor jou. | |
In een huis vol oude moeders, van man tot zwakke vrouw. | |
Je bent zo oud geworden, maar wat de arts ook beweert. | |
Ik kan het in je ogen lezen, de tijd is omgekeerd. | |
Je dijen lopen met een rekje, een piep klinkt uit je borst | |
En op al m'n schone kleren, heb je wel een keer gemorst. | |
Als ik ga dan blijf ik zwaaien, de zuster die is stom. | |
Boeken blijven ongelezen, want je vingers... ze staan krom. | |
't Gaat heel goed met de kinderen, nee, daar zijn zij nog niet aan toe. | |
Je krijgt hier goed te eten, waarom ben je dan zo moe? | |
Met de dagen word je zwakker, de pijn die breekt je op. | |
't Zit door heel je lichaam, hier kan geen kus meer tegenop. | |
Je kijkt maar ziet me niet, de hele dag in ademnood. | |
Ik ben je aan 't verliezen, Mamma... ga niet |
Geboren uit je dijen, gehangen aan je borst | |
En op al je mooie kleren, heb ik wel een keer gemorst. | |
Naar school, je bleef maar zwaaien, de juffrouw die is stom. | |
Nieuwe boeken, samen kaften, het antwoord op een som. | |
En ja, ik val op meisjes, maar ik ben daar nog niet aan toe. | |
En ik eet ook wel gezond mam, ' k ben gewoon een beetje moe. | |
Een echt pak met een stropdas, een bandplooi met een vouw. | |
Mijn god wat is ze mooi hè, kijk mam dit wordt m' n vrouw. | |
M' n moeder heel m' n leven, maar ineens zorg ik voor jou. | |
In een huis vol oude moeders, van man tot zwakke vrouw. | |
Je bent zo oud geworden, maar wat de arts ook beweert. | |
Ik kan het in je ogen lezen, de tijd is omgekeerd. | |
Je dijen lopen met een rekje, een piep klinkt uit je borst | |
En op al m' n schone kleren, heb je wel een keer gemorst. | |
Als ik ga dan blijf ik zwaaien, de zuster die is stom. | |
Boeken blijven ongelezen, want je vingers... ze staan krom. | |
' t Gaat heel goed met de kinderen, nee, daar zijn zij nog niet aan toe. | |
Je krijgt hier goed te eten, waarom ben je dan zo moe? | |
Met de dagen word je zwakker, de pijn die breekt je op. | |
' t Zit door heel je lichaam, hier kan geen kus meer tegenop. | |
Je kijkt maar ziet me niet, de hele dag in ademnood. | |
Ik ben je aan ' t verliezen, Mamma... ga niet |