|
ik heb geen cent te makken |
|
en ik heb nooit een vak geleerd |
|
ik kijk niet uit m'n doppen |
|
en mijn handen staan verkeerd |
|
ik ben niet moeders mooiste |
|
en ik ben niet al te vlug |
|
en als je mij een tientje leent |
|
zie je het nooit meer terug |
|
en ik denk niet dat ik ooit verander |
|
want dat duurt bij mij nooit lang |
|
en ik heb er ook geen zin in |
|
en ik was het niet van plan |
|
ik ben nergens goed voor |
|
jij weet er alles van |
|
maar ik kan van je houden |
|
zoals niemand anders kan |
|
laat uren op me wachten |
|
en dan heb ik ook nog geen geduld |
|
denk enkel aan mezelf |
|
en geef anderen de schuld |
|
het is bij mij een zooitje |
|
en ik geef nooit fouten toe |
|
en als je met me vrijt |
|
dan ben ik liever lui dan moe |
|
en ik denk niet dat ik ooit verander |
|
dus daar begin ik maar niet aan |
|
ik heb er ook geen zin in |
|
en ik was het niet van plan |
|
ik ben nergens goed voor |
|
daar weet jij alles van |
|
maar ik kan van je houden |
|
zoals niemand anders kan |
|
ik kan van je houden |
|
zoals niemand anders kan |