|
Ik hoor een lied, dat me wakker schudt |
|
Ik sta op en betaal, en besef dat ik je mis |
|
De straten zijn leeg, de stad is ingedut |
|
En het water in de grachten lijkt zwarter dan het is |
|
Want vannacht was weer zo'n nacht |
|
Dat ik gaan afscheid nemen kon |
|
Van mijn vrienden aan de bar en van het glas |
|
En ik ben alweer vergeten waar ik vanochtend aan begon |
|
Ik wou dat jij hier bij me was |
|
refr.: |
|
Droom maar zacht, mijn allerliefst vannacht |
|
Is dit nu wat ik wou, hoe ga ik verder zonder jou |
|
Ik herken de deur, waar ik naar binnen ga |
|
In een huis, zo bekend, maar zo leeg en kil |
|
Het kraken van de trap, het komt me achterna |
|
Maar als ik boven ben, wordt het weer angstaanjagend stil |
|
Al komt die ruimte in mijn bed me deze nacht wel goed van pas |
|
Ik wou, dat jij hier bij me was |
|
refr. |
|
Ik heb mijn vrijheid terug, maar ik leef zonder doel |
|
En ik ben nog steeds geen held |
|
In het zeggen wat ik voel |
|
refr. |