|
Je komt elkaar na jaren weer eens tegen |
|
Oude liefde kruipt als slechte wijn omhoog |
|
Hoe gaat het? Beter? En de liefde? |
|
Ja, vandaag houden we het droog |
|
Moeten we doen, ja, kom maar eten |
|
Zegt ze: 'leuk, dan zie je Henk' |
|
En jij denkt: Henk? Wie mag dat wezen? |
|
En je loopt langzaam naar de toog |
|
Nee, ik denk niet dat ik het vandaag droog hou |
|
Ze is gelukkig, zegt ze lachend |
|
Terwijl jij zoekt naar iets van toen |
|
Je hoort de ruzies, voelt het vrijen |
|
Weet nu wat je had moeten doen |
|
'En jij?', ze gooit het voor je voeten |
|
Maar jij dacht net: wat is ze mooi |
|
Ze wil een antwoord, maar waarop? |
|
Je geeft een lach en doet een gooi |
|
Nee, ik denk niet dat ik het vandaag droog hou |
|
Na wat rondjes om de tafel |
|
Zegt ze: 'Kom ik ga maar weer' |
|
Ze gaat een mooie sterke vrouw nu |
|
En ze laat je achter, tweede keer |
|
Je kijkt haar na, voelt wat tranen |
|
Even slikken zijn ze weg |
|
We hadden samen... denk je bijna |
|
Dan toch die tranen, en je zegt |
|
Nee, ik denk niet dat ik het vandaag droog hou |