Song | Het Dorp |
Artist | Wim Sonneveld |
Album | Afscheid |
Download | Image LRC TXT |
Thuis heb ik nog een ansichtkaart | |
Waarop een kerk een kar met paard | |
Een slagerij J. van der Ven | |
Een kroeg, een juffrouw op de fiets | |
Het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets | |
Maar het is waar ik geboren ben | |
Dit dorp, ik weet nog hoe het was | |
De boerenkind'ren in de klas | |
Een kar die ratelt op de keien | |
Het raadhuis met een pomp ervoor | |
Een zandweg tussen koren door | |
Het vee, de boerderijen | |
En langs het tuinpad van m'n vader | |
Zag ik de hoge bomen staan | |
Ik was een kind en wist niet beter | |
Dan dat ‘t nooit voorbij zou gaan | |
Wat leefden ze eenvoudig toen | |
In simp'le huizen tussen groen | |
Met boerenbloemen en een heg | |
Maar blijkbaar leefden ze verkeerd | |
Het dorp is gemoderniseerd | |
En nou zijn ze op de goeie weg | |
Want ziet, hoe rijk het leven is | |
Ze zien de televisiequiz | |
En wonen in betonnen dozen | |
Met flink veel glas, dan kun je zien | |
Hoe of het bankstel staat bij Mien | |
En d'r dressoir met plastic rozen | |
En langs het tuinpad van m'n vader | |
Zag ik de hoge bomen staan | |
Ik was een kind en wist niet beter | |
Dan dat ‘t nooit voorbij zou gaan | |
De dorpsjeugd klit wat bij elkaar | |
In minirok en beatle-haar | |
En joelt wat mee met beat-muziek | |
Ik weet wel het is hun goeie recht | |
De nieuwe tijd, net wat u zegt | |
Maar het maakt me wat melancholiek | |
Ik heb hun vaders nog gekend | |
Ze kochten zoethout voor een cent | |
Ik zag hun moeders touwtjespringen | |
Dat dorp van toen, het is voorbij | |
Dit is al wat er bleef voor mij | |
Een ansicht en herinneringen | |
Toen ik langs het tuinpad van m'n vader | |
De hoge bomen nog zag staan | |
Ik was een kind, hoe kon ik weten | |
Dat dat voorgoed voorbij zou gaan |
Thuis heb ik nog een ansichtkaart | |
Waarop een kerk een kar met paard | |
Een slagerij J. van der Ven | |
Een kroeg, een juffrouw op de fiets | |
Het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets | |
Maar het is waar ik geboren ben | |
Dit dorp, ik weet nog hoe het was | |
De boerenkind' ren in de klas | |
Een kar die ratelt op de keien | |
Het raadhuis met een pomp ervoor | |
Een zandweg tussen koren door | |
Het vee, de boerderijen | |
En langs het tuinpad van m' n vader | |
Zag ik de hoge bomen staan | |
Ik was een kind en wist niet beter | |
Dan dat ' t nooit voorbij zou gaan | |
Wat leefden ze eenvoudig toen | |
In simp' le huizen tussen groen | |
Met boerenbloemen en een heg | |
Maar blijkbaar leefden ze verkeerd | |
Het dorp is gemoderniseerd | |
En nou zijn ze op de goeie weg | |
Want ziet, hoe rijk het leven is | |
Ze zien de televisiequiz | |
En wonen in betonnen dozen | |
Met flink veel glas, dan kun je zien | |
Hoe of het bankstel staat bij Mien | |
En d' r dressoir met plastic rozen | |
En langs het tuinpad van m' n vader | |
Zag ik de hoge bomen staan | |
Ik was een kind en wist niet beter | |
Dan dat ' t nooit voorbij zou gaan | |
De dorpsjeugd klit wat bij elkaar | |
In minirok en beatlehaar | |
En joelt wat mee met beatmuziek | |
Ik weet wel het is hun goeie recht | |
De nieuwe tijd, net wat u zegt | |
Maar het maakt me wat melancholiek | |
Ik heb hun vaders nog gekend | |
Ze kochten zoethout voor een cent | |
Ik zag hun moeders touwtjespringen | |
Dat dorp van toen, het is voorbij | |
Dit is al wat er bleef voor mij | |
Een ansicht en herinneringen | |
Toen ik langs het tuinpad van m' n vader | |
De hoge bomen nog zag staan | |
Ik was een kind, hoe kon ik weten | |
Dat dat voorgoed voorbij zou gaan |
Thuis heb ik nog een ansichtkaart | |
Waarop een kerk een kar met paard | |
Een slagerij J. van der Ven | |
Een kroeg, een juffrouw op de fiets | |
Het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets | |
Maar het is waar ik geboren ben | |
Dit dorp, ik weet nog hoe het was | |
De boerenkind' ren in de klas | |
Een kar die ratelt op de keien | |
Het raadhuis met een pomp ervoor | |
Een zandweg tussen koren door | |
Het vee, de boerderijen | |
En langs het tuinpad van m' n vader | |
Zag ik de hoge bomen staan | |
Ik was een kind en wist niet beter | |
Dan dat ' t nooit voorbij zou gaan | |
Wat leefden ze eenvoudig toen | |
In simp' le huizen tussen groen | |
Met boerenbloemen en een heg | |
Maar blijkbaar leefden ze verkeerd | |
Het dorp is gemoderniseerd | |
En nou zijn ze op de goeie weg | |
Want ziet, hoe rijk het leven is | |
Ze zien de televisiequiz | |
En wonen in betonnen dozen | |
Met flink veel glas, dan kun je zien | |
Hoe of het bankstel staat bij Mien | |
En d' r dressoir met plastic rozen | |
En langs het tuinpad van m' n vader | |
Zag ik de hoge bomen staan | |
Ik was een kind en wist niet beter | |
Dan dat ' t nooit voorbij zou gaan | |
De dorpsjeugd klit wat bij elkaar | |
In minirok en beatlehaar | |
En joelt wat mee met beatmuziek | |
Ik weet wel het is hun goeie recht | |
De nieuwe tijd, net wat u zegt | |
Maar het maakt me wat melancholiek | |
Ik heb hun vaders nog gekend | |
Ze kochten zoethout voor een cent | |
Ik zag hun moeders touwtjespringen | |
Dat dorp van toen, het is voorbij | |
Dit is al wat er bleef voor mij | |
Een ansicht en herinneringen | |
Toen ik langs het tuinpad van m' n vader | |
De hoge bomen nog zag staan | |
Ik was een kind, hoe kon ik weten | |
Dat dat voorgoed voorbij zou gaan |