Song | Schemering der Goden |
Artist | Countess |
Album | Heilig Vuur |
Download | Image LRC TXT |
"Er staat een hal aan de stam van de boom, | |
Drie wijze maagden wonen daar; | |
Verleden heet de een, Heden de ander | |
- zij ritsten de runen - Toekomst heet de derde; | |
Zij ontwierpen de toekomst, bestemden het leven | |
Der mensenkinderen, legden hun lot vast." | |
-Völuspá 20 | |
Uit het Oosten - zal komen het kwaad | |
Afgrijschlijke monsters - uit Loki's zaad | |
Vreeschlijk lijden - een wereld vol doden | |
Het einde der tijden - het sterven der Goden | |
Broedertwisten tieren - verwanten zullen strijden | |
Bedrog en leugens heersen - al wat leeft zal lijden | |
De Hoorn weerklinkt - de wereldboom trilt | |
Schilden splijten - hoe luid de Hoorn gilt | |
Monsterlijke horden - Loki zal hen leiden | |
De hemel splijt - als reuzen rijden | |
Uit het Zuiden - komt Surt in vlammen | |
Het onheil niet langer - in te dammen | |
Walvader worstelt - met Fenris het beest | |
Hij wordt verslagen - de Hoge geeft de geest | |
Donar hakt in - op de Wereldslang | |
Beiden vallen - des beschaving's zwanezang | |
De zon verslonden - de maan verdwenen | |
De Goden ten onder - wat rest is wenen | |
Een aarde in vlammen - alles is voorbij | |
Duisternis heerst - wie keert het tij? |
" Er staat een hal aan de stam van de boom, | |
Drie wijze maagden wonen daar | |
Verleden heet de een, Heden de ander | |
zij ritsten de runen Toekomst heet de derde | |
Zij ontwierpen de toekomst, bestemden het leven | |
Der mensenkinderen, legden hun lot vast." | |
V luspa 20 | |
Uit het Oosten zal komen het kwaad | |
Afgrijschlijke monsters uit Loki' s zaad | |
Vreeschlijk lijden een wereld vol doden | |
Het einde der tijden het sterven der Goden | |
Broedertwisten tieren verwanten zullen strijden | |
Bedrog en leugens heersen al wat leeft zal lijden | |
De Hoorn weerklinkt de wereldboom trilt | |
Schilden splijten hoe luid de Hoorn gilt | |
Monsterlijke horden Loki zal hen leiden | |
De hemel splijt als reuzen rijden | |
Uit het Zuiden komt Surt in vlammen | |
Het onheil niet langer in te dammen | |
Walvader worstelt met Fenris het beest | |
Hij wordt verslagen de Hoge geeft de geest | |
Donar hakt in op de Wereldslang | |
Beiden vallen des beschaving' s zwanezang | |
De zon verslonden de maan verdwenen | |
De Goden ten onder wat rest is wenen | |
Een aarde in vlammen alles is voorbij | |
Duisternis heerst wie keert het tij? |
" Er staat een hal aan de stam van de boom, | |
Drie wijze maagden wonen daar | |
Verleden heet de een, Heden de ander | |
zij ritsten de runen Toekomst heet de derde | |
Zij ontwierpen de toekomst, bestemden het leven | |
Der mensenkinderen, legden hun lot vast." | |
V luspá 20 | |
Uit het Oosten zal komen het kwaad | |
Afgrijschlijke monsters uit Loki' s zaad | |
Vreeschlijk lijden een wereld vol doden | |
Het einde der tijden het sterven der Goden | |
Broedertwisten tieren verwanten zullen strijden | |
Bedrog en leugens heersen al wat leeft zal lijden | |
De Hoorn weerklinkt de wereldboom trilt | |
Schilden splijten hoe luid de Hoorn gilt | |
Monsterlijke horden Loki zal hen leiden | |
De hemel splijt als reuzen rijden | |
Uit het Zuiden komt Surt in vlammen | |
Het onheil niet langer in te dammen | |
Walvader worstelt met Fenris het beest | |
Hij wordt verslagen de Hoge geeft de geest | |
Donar hakt in op de Wereldslang | |
Beiden vallen des beschaving' s zwanezang | |
De zon verslonden de maan verdwenen | |
De Goden ten onder wat rest is wenen | |
Een aarde in vlammen alles is voorbij | |
Duisternis heerst wie keert het tij? |