Song | De Schaduw van Het Kruis |
Artist | Countess |
Album | Heilig Vuur |
Download | Image LRC TXT |
"Naar alle ingangen, eer men voorwaarts gaat, | |
Moet men rondkijken, om zich heen kijken; | |
Want onzeker is het te weten, | |
Waar vijanden zich reeds in huis ophouden." | |
[Hávamál 1] | |
In het verre verleden der Noordse volkeren | |
Leefden wij met weinig, maar waren fier en vrij | |
Het klimaat was hard en het land weinig gul | |
Maar wij kenden trots en de Goden aan ons zij | |
Vrij van de erfzonde, onbekend met de geboden | |
Leefden wij zonder schaamte, het zwaard in de hand | |
Wij lachten van vreugde, vochten uit kwaadheid | |
Wij waren eenvoudig, maar meester in eigen land | |
Echter op een dag kwamen de slaven van het kruis | |
Wij ontvingen hen gastvrij en betoonden hen respect | |
Maar zij spraken tegen ons met een gespleten tong | |
Deden zich voor als vrienden maar waren vals gebekt | |
Zij verleidden onze leiders met laaghartige beloften | |
Zij vertelden hen dat hun geloof hen van nut zou zijn | |
Om het volk te ketenen, het individualisme uit te roeien | |
De ene god zou slaven maken van de volken van de Rijn | |
Onze leiders werden corrupt en lieten zich verleiden | |
Dit woestijngeloof te gebruiken om het volk te knechten | |
Zij wendden zich af van de Azen en de Wanen | |
Om de strijd in het voordeel van het kruis te beslechten | |
Mannen en vrouwen met pure harten boden weerstand | |
Maar de schaduw van het kruis bleek niet te overwinnen | |
Ons volk geknecht, gemaakt tot slaaf van de geboden | |
Schuldig werden wij nu geboren, onheilig van zinnen | |
Eeuwen lang hebben wij als slaven van het kruis bestaan | |
Maar wederom zullen de Goden welkom zijn in onze hallen | |
Eens te meer worden wij belaagd door een vreemde god | |
Ditmaal zullen de knechten van de woestijnprofeet vallen | |
Deze keer zien wij de onheilsbrengers voor wat zij zijn | |
Dienaren van de kruisgod met enkel een andere naam | |
Slaven van de ene god zelfs wier adem leugenachtig is | |
Verenigd onder het oog van Wodan zullen wij hen verslaan | |
Wij zullen weer vrij zijn en onze ware Goden eren | |
Wij zullen de woestijnreligies voor altijd afzweren | |
Wij zullen Jahweh's slaven van hun hoogmoed beroven | |
Wij zullen desnoods sterven voor wat wij geloven |
" Naar alle ingangen, eer men voorwaarts gaat, | |
Moet men rondkijken, om zich heen kijken | |
Want onzeker is het te weten, | |
Waar vijanden zich reeds in huis ophouden." | |
Ha vama l 1 | |
In het verre verleden der Noordse volkeren | |
Leefden wij met weinig, maar waren fier en vrij | |
Het klimaat was hard en het land weinig gul | |
Maar wij kenden trots en de Goden aan ons zij | |
Vrij van de erfzonde, onbekend met de geboden | |
Leefden wij zonder schaamte, het zwaard in de hand | |
Wij lachten van vreugde, vochten uit kwaadheid | |
Wij waren eenvoudig, maar meester in eigen land | |
Echter op een dag kwamen de slaven van het kruis | |
Wij ontvingen hen gastvrij en betoonden hen respect | |
Maar zij spraken tegen ons met een gespleten tong | |
Deden zich voor als vrienden maar waren vals gebekt | |
Zij verleidden onze leiders met laaghartige beloften | |
Zij vertelden hen dat hun geloof hen van nut zou zijn | |
Om het volk te ketenen, het individualisme uit te roeien | |
De ene god zou slaven maken van de volken van de Rijn | |
Onze leiders werden corrupt en lieten zich verleiden | |
Dit woestijngeloof te gebruiken om het volk te knechten | |
Zij wendden zich af van de Azen en de Wanen | |
Om de strijd in het voordeel van het kruis te beslechten | |
Mannen en vrouwen met pure harten boden weerstand | |
Maar de schaduw van het kruis bleek niet te overwinnen | |
Ons volk geknecht, gemaakt tot slaaf van de geboden | |
Schuldig werden wij nu geboren, onheilig van zinnen | |
Eeuwen lang hebben wij als slaven van het kruis bestaan | |
Maar wederom zullen de Goden welkom zijn in onze hallen | |
Eens te meer worden wij belaagd door een vreemde god | |
Ditmaal zullen de knechten van de woestijnprofeet vallen | |
Deze keer zien wij de onheilsbrengers voor wat zij zijn | |
Dienaren van de kruisgod met enkel een andere naam | |
Slaven van de ene god zelfs wier adem leugenachtig is | |
Verenigd onder het oog van Wodan zullen wij hen verslaan | |
Wij zullen weer vrij zijn en onze ware Goden eren | |
Wij zullen de woestijnreligies voor altijd afzweren | |
Wij zullen Jahweh' s slaven van hun hoogmoed beroven | |
Wij zullen desnoods sterven voor wat wij geloven |
" Naar alle ingangen, eer men voorwaarts gaat, | |
Moet men rondkijken, om zich heen kijken | |
Want onzeker is het te weten, | |
Waar vijanden zich reeds in huis ophouden." | |
Há vamá l 1 | |
In het verre verleden der Noordse volkeren | |
Leefden wij met weinig, maar waren fier en vrij | |
Het klimaat was hard en het land weinig gul | |
Maar wij kenden trots en de Goden aan ons zij | |
Vrij van de erfzonde, onbekend met de geboden | |
Leefden wij zonder schaamte, het zwaard in de hand | |
Wij lachten van vreugde, vochten uit kwaadheid | |
Wij waren eenvoudig, maar meester in eigen land | |
Echter op een dag kwamen de slaven van het kruis | |
Wij ontvingen hen gastvrij en betoonden hen respect | |
Maar zij spraken tegen ons met een gespleten tong | |
Deden zich voor als vrienden maar waren vals gebekt | |
Zij verleidden onze leiders met laaghartige beloften | |
Zij vertelden hen dat hun geloof hen van nut zou zijn | |
Om het volk te ketenen, het individualisme uit te roeien | |
De ene god zou slaven maken van de volken van de Rijn | |
Onze leiders werden corrupt en lieten zich verleiden | |
Dit woestijngeloof te gebruiken om het volk te knechten | |
Zij wendden zich af van de Azen en de Wanen | |
Om de strijd in het voordeel van het kruis te beslechten | |
Mannen en vrouwen met pure harten boden weerstand | |
Maar de schaduw van het kruis bleek niet te overwinnen | |
Ons volk geknecht, gemaakt tot slaaf van de geboden | |
Schuldig werden wij nu geboren, onheilig van zinnen | |
Eeuwen lang hebben wij als slaven van het kruis bestaan | |
Maar wederom zullen de Goden welkom zijn in onze hallen | |
Eens te meer worden wij belaagd door een vreemde god | |
Ditmaal zullen de knechten van de woestijnprofeet vallen | |
Deze keer zien wij de onheilsbrengers voor wat zij zijn | |
Dienaren van de kruisgod met enkel een andere naam | |
Slaven van de ene god zelfs wier adem leugenachtig is | |
Verenigd onder het oog van Wodan zullen wij hen verslaan | |
Wij zullen weer vrij zijn en onze ware Goden eren | |
Wij zullen de woestijnreligies voor altijd afzweren | |
Wij zullen Jahweh' s slaven van hun hoogmoed beroven | |
Wij zullen desnoods sterven voor wat wij geloven |