Vanochtend schrok ik wakker de bel ging veel te vroeg Er kwam een meisje aangelopen haar lichaam stond op breken En haar ogen waren moe Ze zei 'ik heb niets meer om te hopen ik Zoek steeds naar die warmte en geborgenheid Steeds maar die strijd om de eenzaamheid te weren die Heeft me tot een mens gemaakt waar ik niet meer Op lijk In de vrieskou van de morgen sta ik zwijgend half Verdoofd Tergend langzaam ben ik van mijn zekerheid beroofd Al jarenlang speel ik toneel op een derderangs niveau En ik haat het zo Dat ik jou zo met me liet spelen ik was Gewoon één van de velen In de vrieskou van de morgen sta ik sprakeloos en Bang En weet ik diep van binnen dat het zo niet Langer kan M'n ziel draagt diepe wonden en mijn hart verkrampt van Ijn En ik twijfel aan mijn leven ik kan geen vertrouwen Aan je geven En ik zou zo graag mezelf eens willen zijn In de vrieskou van de morgen krijg ik onverwacht weer Kleur Er groeit een diep besef dat ik het zelf was Voor die deur