"De gunst van Uller en die van alle Goden Heeft hij die als eerste het vuur grijpt; Voor de Azenzonen openen zich de huizen, Wanneer men de ketel van de haak tilt." [Grímnismál 42] Eeuwen geleden baden onze voorvad'ren Tot machtige, woeste, glorieuze Goden Zij leefden trots met het zwaard in de hand Nog onbekend met de woestijngeboden Wodan schonk hen de machtige runen Frey gaf hen vruchtbare akkers te ploegen Donar beschermde hen tegen de reuzen Naar geen vreemde wil lieten zij zich voegen [Chorus:] Heilig vuur - het vuur van de Goden Heilig vuur - vreet aan de geboden Heilig vuur - verlicht onze zielen Heilig vuur - voor hen die vielen De Azen en Wanen wachtte een wreed lot Toen de slaven van het kruis noordwaarts togen Om hun 'blijde boodschap' te verspreiden De trotse heidenen door hen voorgelogen Uiteindelijk werden de fiere heidenen gedwongen Het woestijngeloof te accepteren en zich te laten dopen De Azen en Wanen zouden worden vergeten Nadat de christenen hun tempels lieten slopen [Chorus] Maar de herinnering aan de oude Goden bleef In sprookjes, in 'mythen' en aanverwante zaken De Goden leidden eeuwenlang een slapend bestaan Nu is de tijd gekomen om hen te doen ontwaken Het vreemde geloof is zwak en ziek geworden Opnieuw weerklinken de namen der oude Goden Zij zullen weer hun rechtmatige plaatsen innemen En heersen over de levenden en de doden [Chorus] Tempels der Azen en Wanen zullen herrijzen Groter en glorieuzer dan in het verre verleden Majestueuzer dan de allergrootste kerken Duizenden jaren zullen daar weerklinken gebeden Het geloof aan de oude Goden zal triomferen Tijdens de Wilde Jacht zal Wodan weer rijden Donars hamer zal weer donder ontketenen Miljoenen zullen wederom het oude geloof belijden [Chorus]