"De laffe man denkt immer te leven, Als hij zich voor de strijd hoedt; Maar de ouderdom geeft hem geen vrede, Ook als hem de speren die geven." [Hávamál 16] Een koude ochtend in het hoge Noorden Duizenden zwaarden en speren reflecteren Het weke licht van de vroege winterzon Duizenden krijgers die slechts eer begeren Klaar voor de kamp treedt onze leider naar voren Hij heft een gewijde speer boven zijn hoofd Werpt deze over de aanstormende vijand Hun zielen nu onvoorwaardelijk aan Wodan beloofd De strijd begint en bloed vloeit door het woud Woeste krijgskreten richten zich tot de oorlogsgod Onze zwaarden doorklieven de harten der vijand Een bloedige, eervolle dood op het slagveld hun lot [Chorus:] Bloed voor Wodan [4x] In de duistere schaduwen van het Noordse woud Slaat een eenzame figuur het slagveld gade Zijn oog ziet dat Zijn kinderen de zege behalen Hun vijanden worden voer voor wormen en maden De strijd is gestreden, de zege is behaald De buit van wapens en schilden bijeengebracht Vervolgens verbrand ter ere van onze oorlogsgod Een verzengend vuur verlicht de vallende nacht De weinige vijanden die nog in leven zijn Worden zonder genade gehangen aan bomen Vervolgens doorstroken met de gewijde speer Spoedig zullen de dochters van Wodan komen [Chorus]